
De digitalisering van de zorg vordert, maar IT-systemen blijven gesloten blackboxen. EPD’s bevatten waardevolle data, maar beperkte toegankelijkheid belemmert uitwisseling en innovatie. Zorginformatiebouwstenen (ZIB’s) en HL7 FHIR lossen dit op door data uniform en herbruikbaar te maken. Dit vergemakkelijkt kwaliteitsregistraties, onderzoek en gegevensuitwisseling, wat leidt tot een efficiëntere en betere patiëntenzorg.
De Blackbox van IT-systemen
Veel zorginstellingen gebruiken IT-systemen die zijn ontworpen om specifieke zorgprocessen te ondersteunen, zoals registratie, dossiervoering en declaratie. Deze systemen slaan enorme hoeveelheden patiëntgegevens op, maar hebben vaak een gesloten architectuur. Dit leidt tot:
- Fragmentatie. Gegevens zitten opgesloten in verschillende EPD’s, laboratoriumsystemen en registraties, zonder uniforme manier om ze te ontsluiten.
- Incompatibiliteit. Verschillende zorginstellingen gebruiken verschillende softwareleveranciers, waardoor gegevensuitwisseling moeizaam verloopt.
- Gebrek aan semantische interoperabiliteit. Zelfs als systemen technisch kunnen communiceren, betekent dit niet dat ze elkaars data correct interpreteren.
Het gevolg? Zorgprofessionals en onderzoekers besteden veel tijd aan het handmatig overzetten en vertalen van data. Dit verhoogt de kans op fouten en inefficiënties en beperkt de mogelijkheden om patiëntgegevens breder in te zetten voor bijvoorbeeld wetenschappelijk onderzoek of beleidsbeslissingen.
ZIB’s en HL7 FHIR
ZIB’s vormen de fundering van een toekomstbestendige zorginfrastructuur. Ze bieden een gestandaardiseerde manier om zorggegevens te definiëren en te structureren, los van de technische systemen waarin ze zich bevinden. Dit betekent dat informatie zoals medicatiegebruik, diagnoses of vitale waarden op een uniforme manier wordt vastgelegd, ongeacht in welk IT-systeem de data oorspronkelijk stond.
Door deze gestandaardiseerde gegevens vervolgens te vertalen naar HL7 FHIR-resources, wordt het mogelijk om ze breed toegankelijk te maken voor hergebruik. HL7 FHIR is een flexibele en moderne standaard voor gegevensuitwisseling, die het eenvoudig maakt om zorgdata via API’s op te vragen en te delen met andere systemen.
Van Data naar Waarde
Wanneer zorgdata uit gesloten IT-systemen worden vertaald naar ZIB’s en HL7 FHIR, ontstaat er een open ecosysteem waarin gegevens niet alleen beschikbaar zijn voor primair gebruik in de zorg, maar ook voor secundaire toepassingen. Denk hierbij aan:
- Kwaliteitsindicatoren. Gegevens uit de zorgpraktijk kunnen geautomatiseerd worden gebruikt voor benchmarking en verbeterprogramma’s.
- Wetenschappelijk onderzoek. Door standaardisatie kunnen datasets makkelijker worden gedeeld tussen instellingen en landen, wat grootschalig onderzoek naar ziektepatronen en behandelingen versnelt.
- Beslissingsondersteuning en AI. AI-modellen kunnen getraind worden op gestandaardiseerde datasets, waardoor voorspellende analyses en gepersonaliseerde zorg mogelijk worden.
- Internationale uitwisseling. Door FHIR als standaardtaal te hanteren, wordt het eenvoudiger om patiëntgegevens veilig en betrouwbaar uit te wisselen binnen de European Health Data Space (EHDS).
Context is Essentieel
Interoperabiliteit gaat niet alleen over losse datapunten, maar vooral over het begrijpen van gegevens in hun juiste context. Zorg gebeurt namelijk niet in geïsoleerde fragmenten, maar in de patiëntreis, waarin episodes en contactmomenten met verschillende zorgverleners samenhangen.
Door gegevens te koppelen aan zorgtrajecten en episodes wordt duidelijk hoe en wanneer bepaalde data is vastgelegd. Dit helpt bij:
- Het verbeteren van continuïteit van zorg, omdat verschillende zorgverleners toegang hebben tot een samenhangend beeld van de patiënt.
- Het verminderen van dubbele registratie, doordat gegevens eenmalig worden vastgelegd en meervoudig gebruikt.
- Het ondersteunen van netwerkzorg, waarin ziekenhuizen, huisartsen en andere zorgverleners samenwerken op basis van gedeelde en up-to-date informatie.
Een concreet voorbeeld is de geboortezorg: van de eerste echo tot de kraamzorg, iedere stap in het proces genereert waardevolle data die in verschillende systemen vastligt. Met ZIB’s en FHIR kunnen deze gegevens worden samengebracht in een samenhangend patiëntbeeld, dat zowel voor zorgverleners als voor kwaliteitsmonitoring en onderzoek bruikbaar is.
De toekomst van Interoperabiliteit
De zorgsector staat voor een transitie. Het traditionele model waarin IT-systemen als blackboxen functioneren, is niet langer houdbaar. Door de combinatie van ZIB’s, HL7 FHIR en een data-gecentreerde architectuur wordt het mogelijk om gegevens los te koppelen van de systemen waarin ze zijn opgeslagen. Dit opent de deur naar een flexibele, schaalbare en toekomstbestendige zorginfrastructuur.
Om deze visie te realiseren, moeten zorginstellingen investeren in:
- Het implementeren van ZIB’s als standaard voor datamodellering
- Het adopteren van HL7 FHIR als uniforme taal voor gegevensuitwisseling
- Het integreren van contextinformatie, zoals zorgtrajecten en episodes
Door deze stappen te zetten, creëren we een zorgsysteem waarin data niet langer gevangen zit in gesloten systemen, maar actief bijdraagt aan betere zorg, meer innovatie en efficiëntere processen.
De toekomst van zorgdata is open, gestandaardiseerd en herbruikbaar. Het is tijd om de blackbox te doorbreken.